Er zijn 5 motorische basisvaardigheden die het fysieke prestatievermogen bepalen te weten: Coördinatie, Lenigheid, Uithoudingsvermogen, Kracht en Snelheid (de CLUKS).

Zoals blijkt uit onderstaande grafiek, werken deze basisvaardigheden niet los van elkaar, maar is er altijd een samenspel tussen minimaal 2 basisvaardigheden.

Adaptation and translating biomotor relationships

Source: Translated from Bompa and Carrera, (2005). Specific combinations of dominant motor skills. (S) =Strength /(V) =Velocity /(R) = Resistance.

In deze blog zal ik in het bijzonder ingaan op de relatie tussen Kracht en Snelheid en Kracht in relatie tot Uithoudingsvermogen. Hierbij wil ik echter zeker niet voorbij gaan aan het belang van een goede Coördinatie en voldoende Lenigheid die voorwaardelijk zijn voor het leveren van een prestatie.

Inzoomend op het voetbal zijn o.a. het reactieve, acceleratie en niet te vergeten het deceleratie vermogen van belang evenals de externe, sterk veranderende omgeving.

Laatste genoemde factor wordt in de praktijk regelmatig over het hoofd gezien.

“Je kunt krachttraining echter nooit volledig loskoppelen van het voetbalspel. Sterker nog, dit vormt je vertrekpunt!”

Als speler moet je in staat zijn om snel en adequaat te reageren op de steeds veranderende wedstrijdsituaties.
Het inslijpen van een “perfecte” beweging heeft dan ook weinig zin. Dit geldt ook voor eenzijdige explosiviteitstraining zonder voetbalcontext.
Als trainer de uitdaging om de spelers in diverse specifieke situaties te brengen waardoor het lichaam zelf leert de beste oplossing te bedenken.

“De beste spelers zijn de spelers die zich het beste weten aan te passen aan steeds veranderende situaties”

Om deze voetbalspecifieke “skills” aan te leren, dient allereerst een breed en veelzijdig fundament gelegd te worden. Eerst een atleet en dan pas een goede voetballer!

Hierbij zal in de basis vooral aandacht komen te liggen op een juiste uitvoering van de belangrijke “basic skills” zoals balanceren, stabiliseren, springen, versnellen en afremmen, wenden en keren.

Deze voorwaardelijke skills vormen het fundament voor specifieke “voetbal skills” o.a. het controleren van de bal, het dribbelen, passen en trappen, koppen en duelleren.

De krachttraining zal in aanvang algemeen zijn met een focus op motorische controle. Hierbij ligt het accent op de juiste uitvoering en blessurepreventie. Concreet betekent dit dat het aantal herhalingen hoger is en de snelheid en gewicht laag. Coördinatietraining vormt hierbij de basis voor de krachttraining.

Vanuit de algemene basis krijgt de krachttraining een steeds specifieker karakter. Hierbij dient rekening te worden met o.a. het specifieke bewegingspatroon, snelheid van uitvoering maar ook het leren aanpassen aan de steeds veranderende situatie op het veld.

In de sportspecifieke fase is ook plek voor vormen van agility waarbij er gereageerd dient te worden op een externe, visuele prikkel. Hierbij is in het bijzonder aandacht voor de acceleratie en deceleratie fase en de COD. (Change Of Direction).

Change Of Direction versus Sprint

Als blijkt uit de afgenomen testen (bv. 10 en 30 meter sprint, specifieke T- Test of Illionoiswendbaarheidstest) dat jouw speler wel uitstekend is op de sprint, maar matig scoort op “agility” en in het bijzonder op de COD, dan kan je het accent meer verleggen naar de techniek i.p.v. explosiviteitstraining.